Natuurkurk, schroefdop of kunststofkurk?

De meeste wijnflessen worden nog steeds afgesloten met een natuurkurk. Alleen in het goedkopere segment van de wijnmarkt worden de schroefdop of de kunststofkurk gebruikt. Natuurkurk geeft echter in bijna tien procent van de wijnen nare bijsmaakjes ten gevolge van besmetting met het chemische product TCA (zie 'Waar komt kurksmaak vandaan?'). TCA is ongevaarlijk voor de mens, maar de besmette wijn verliest wel al zijn aroma's en wordt daardoor in de praktijk ondrinkbaar.

De schroefdop is echter ook niet zonder zijn tegenstanders. Bepaalde studies wijzen uit dat de schroefdop kankerverwekkend is omwille van het stukje kunststof dat zich aan de binnenkant bevindt en in direct contact komt met de wijn. Dat stukje kunststof is immers gemaakt van polyvinylidene chloride (PVDC). PVDC zou het endocrinesysteem van de mens ontwrichten en mede verantwoordelijk zijn voor de sterke toename van het aantal borstkankers in de laatste vijftig jaar. Fabrikanten van schroefdoppen zeggen dat PVDC volstrekt veilig is en ook wordt gebruikt in allerlei andere verpakkingen.

Een moeilijk dilemma voor de gewone wijndrinker: wijnflessen met natuurkurk kopen en gemiddeld een op de tien flessen moeten weggooien, of de voorkeur geven aan de schroefdop en mogelijk een verhoogde kans lopen op kanker?

Een derde alternatief zijn kunststofkurken, maar die zijn alleen geschikt om er wijnen mee af te sluiten die binnen de een à twee jaar worden opgedronken. Kunststofkurken laten immers te veel lucht door, waardoor de wijn (te) snel veroudert. Wijnen die afgesloten worden met een synthetische stop zijn na een maand of achttien allemaal geoxideerd. Je laat ze dus best niet te lang in je kelder liggen.